Looptempo's

Welke tempo's kun je lopen

In elke training wordt op verschillende tempo’s gelopen. We onderscheiden de volgende indeling:

 

Tempo naam

Doel

Tijd/afstand

Intensiteit AD

Hersteldoorloop

Actief herstel na intervaltraining of DL3

Beg: 15-30 min.

Gev: 15-45 min.

75%

joggen in snelwandeltempo

Duurloop 1 (DL1)

Basis uithoudingsvermogen

Traint vetverbranding

Beg: 30-75 min

Gev: 1-3 uur

80%

rustig dribbelen, kunnen praten

Duurloop 2 (DL2)

 

Verbetering aeroob vermogen

Beg: 30-75 min

Gev: 1-3 uur

85-90%

rustig hardlopen, kunnen praten

Duurloop 3 (DL3) en Tempoduurloop

 

Betere zuurstofopname, training op verzuring

Beg: n.v.t.

Gev: 15-60 min.

90-100%

hardlopen, korte zinnen gaat nog

Interval Extensief

 

Verhogen AD en zuurstofopname

200-1000 m

100-110%

praten moeizaam, hijgen

Interval Intensief

 

Alleen incidenteel als trainingsprikkel

100-200m

 

110-120%

 

Anaerobe drempel

De afkorting AD staat voor anaerobe drempel, oftewel jouw omslagpunt. De drempelwaarde wordt weergegeven op basis van je hartslag of je tempo. Hoe bepaal je jouw AD?

Het beste is daarvoor een inspanningstest te doen bij sportarts of fysiotherapeut. Na de test krijg je het omslagpunt van je hartslag en de bijbehorende trainingszones en tempo’s.

Je kan zelf jouw vermoedelijke AD bepalen op basis van een 10 km wedstrijd of een uurloop. 

 

Bepaal je trainingszones

Met de bijgaande tabel kan je jou tempo’s bepalen op verschillende afstanden. Begin met het bepalen van jouw tempo’s op de 1000m, in de laatste kolommen.

 

Voorbeeld: Je loopt de 10 km in 50 minuten, daarbij hoort een vermoedelijk individueel  tempo AD van 5:09 per kilometer (= 12 km per uur). Daarbij horen de volgende tempo’s in een training:

  • Bij Duurloop 1 loop je  6:40 per km
  • Bij Duurloop 2 loop je  5:53 per km
  • Bij Duurloop 3 loop je  5:23 per km
  • Bij Extensieve interval 5:00 per km (snelheid 12 km per uur)
  • Op Extensieve interval 1:54 per 400 meter

Noteer deze tijden en onthoud ze bij de training. Dat geeft een goed houvast voor de gewenste snelheid per training, afhankelijk van het doel van de training.

 

Het heeft de voorkeur variatie aan te brengen in je trainingen. Bij 3 trainingen per week bijvoorbeeld:

  • 1x lange duurloop op DL1 of DL2 (of wisselduurloop met verschillende tempo’s)
  • 1x extensieve interval met korte afstanden (max. 800m), in de anaerobe zone
  • 1x intervaltraining op langere afstanden in DL3 of Tempoduurloop.

Alle lopers bij de loopgroep trainen voor de langere afstand (5 km of langer). Daarbij moet hoofdzakelijk getraind worden in de aerobe zones, dus onder het omslagpunt. Het hanteren van een eigen tempotabel kan je helpen om effectief te trainen, en vaak betekent dat: niet te snel lopen, maar meer op souplesse!





 

© Loopgroep Nienoord

Alle afbeeldingen op deze website zijn rechtenvrij of met verleende toestemming.
Niet eens met een afbeelding?  Mail ons info@loopgroepnienoord.nl

De gezelligste loopgroep van het Westerkwartier.

Terug naar boven